Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 161
De militair, die in tijd van oorlog opzettelijk en wederrechtelijk enige oorlogsbehoefte vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, of die zich opzettelijk en eigendunkelijk ontdoet van enig hem van rijkswege verstrekt wapen, munitie, krijgstoerusting of voedingsmiddel, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.